Uveïtis is een verzamelnaam is voor alle inwendige oogontstekingen en kan een uitgebreid scala aan klachten veroorzaken. Het is een ontsteking van het vaatvlies van het oog en kan zich met name aan de voorkant van het oog, in het midden, of aan de achterkant van het oog afspelen. De uveïtis aan de voorkant van het oog is de meest voorkomende vorm. Dit levert vaak klachten op van verminderingen van het gezichtsvermogen, gevoeligheid voor licht en roodheid en pijn van het oog. Een eenmalige uveïtis wordt meestal zonder verdere diagnostiek behandeld met druppels om het ontstekingsproces te onderdrukken. Bij een zich herhalende uveïtis wordt er meestal gestart met uitgebreidere diagnostiek, zoals bloedonderzoek en röntgenfoto’s.
Uveïtis is een ontsteking van het vaatvlies in het oog. Uveïtis-patiënten klagen vaak over een vermindering van het gezichtsvermogen van één of beide ogen. Ze zien wazig, hebben last van zwarte vlekjes of slierten in het beeld. Een aantal patiënten kan het licht niet goed verdragen; soms is het oog pijnlijk en rood. Uveïtis kan heel plotseling beginnen met een pijnlijk, rood oog of met zeer geleidelijk waziger zien. Het kan in één oog voorkomen of afwisselend in één van beide ogen, of in beide ogen tegelijkertijd.
Uveïtis wordt ingedeeld in drie vormen, afhankelijk van de plaats in het oog waar de ontsteking het hevigst is. Deze vormen zijn:
Soms is het onderscheid niet goed mogelijk. Er kan ook sprake zijn van een ontsteking in het hele oog (panuveïtis). Deze indeling is van belang, omdat de verschillende vormen van uveïtis een verschillend beloop hebben. Het verloop bepaalt onder andere de keuze van de behandeling. Bij een uveïtis zijn de aangrenzende lagen, zoals netvlies en harde oogrok, meestal ook betrokken bij de ontsteking.
Met een normaal oogheelkundig onderzoek kan de oogarts vaststellen of er sprake is van uveïtis. Bij dit onderzoek zullen de pupillen met oogdruppels verwijd worden. Dit veroorzaakt tijdelijk wazig zien. Het is vaak niet mogelijk bij dit eerste onderzoek vast te stellen wat de oorzaak is. Na deze ingreep krijgt U een tijdelijk drukverband.
Dit onderzoek kan bestaan uit bloedonderzoek en röntgenfoto’s. Soms wordt ook oogvocht onderzocht. Dit wordt onder plaatselijke verdoving met een kleine naald uit het oog gehaald. Wanneer dit gebeurt krijgt u tijdelijk een oogverband.
Uveïtis is in veel gevallen een onderdeel van een algemeen ziekteproces. Om deze reden is de oogontsteking dan een onderdeel van de ontsteking. Om deze reden kan de oogarts u verwijzen naar een andere specialist voor verder onderzoek bijvoorbeeld internist, reumatoloog. Tegenwoordig is het steeds vaker mogelijk een oorzaak of een mogelijk verband op te sporen.
Alle vormen van Uveïtis kunnen leiden tot een tijdelijke of blijvende vermindering van het gezichtsvermogen. Uveïtis kan zeer wisselend verlopen; het kan eenmalig optreden, maar ook langdurig aanwezig zijn met afwisselend rustige perioden en perioden waarin het ontstekingsproces toeneemt. De ontsteking kan verschillende delen van het oog beschadigen. Bekende problemen zijn: hoornvlies-afwijkingen, staar (cataract), verhoogde oogboldruk (glaucoom) en netvliesschade.
De behandeling is vooral gericht op het voorkomen van schade aan het kwetsbare netvlies. Deze schade is vaak onherstelbaar. Uveïtis wordt in het algemeen met ontstekingsremmende middelen behandeld. Bij een bekende oorzaak kan een doelgerichte therapie worden voorgeschreven. Corticosteroïden zijn effectieve ontstekingsremmende medicijnen die bij uveïtis-patiënten in verschillende sterktes en verschillende vormen (oogdruppels, tabletten of injecties) worden toegepast.
Waarschuwing: het is niet raadzaam deze genees-middelen plotseling te stoppen omdat de ontsteking hierdoor kan toenemen. Overleg in geval van bijwerkingen altijd eerst met uw oogarts.
In de druppelvorm, zoals meestal toegepast in de oogheelkunde, zijn de meest voorkomende bijwerkingen:
De voordelen van het gebruik van corticosteroïden wegen op tegen de nadelen, omdat anders het gezichtsvermogen sterk kan worden aangetast. Andere medicijnen die worden voorgeschreven zijn pupilverwijdende oogdruppels; deze voorkomen verkleving van de pupil met de lens en verlichten de pijn. Een hinderlijke bijwerking van pupilverwijdende druppels kan zijn dat het dichtbij zien wordt bemoeilijkt. Bij langdurig gebruik kan een goedkope (tijdelijke) leesbril een oplossing vormen. In ernstige gevallen is het soms nodig een oogoperatie te verrichten of andere medicijnen voor te schrijven.
Om bij langdurige uveïtis complicaties tijdig op te sporen en te behandelen is regelmatige controle noodzakelijk. Tijdens deze controles is overleg tussen patiënt en oogarts over de behandeling van belang.