De meest voorkomende en bekende vorm van chronische hoofdpijn is migraine. Ze treedt in aanvallen op, die enkele uren tot soms dagen kunnen duren. De pijn is hevig, zit meestal aan één kant van het hoofd en gaat vaak gepaard met misselijkheid en braken. Tijdens een aanval is men niet of nauwelijks in staat om te functioneren; veel patiënten zijn overgevoelig voor licht en geluid. Een variant is cluster hoofdpijn.
Soms wordt de hoofdpijn voorafgegaan door neurologische, focale verschijnselen, zoals schitteringen, gekleurde of donkere vlekken, soms zelfs gezichtsuitval. Daarbij kunnen ook tintelingen in één hand of rond de mond optreden. Deze verschijnselen duren meestal maar kort.
Migraine zonder aura kent deze verschijnselen niet. Bij deze hoofdpijn is men vaak misselijk en gevoelig voor licht en geluid (foto- en fonofobie). Deze vorm van migraine komt het meest voor.
In beide vormen gaat de aanval meestal gepaard met maag- en darmstoornissen, waardoor een ingenomen medicijn nauwelijks wordt verwerkt. Begint de aanval te zakken dan is er vaak overvloedige urinelozing en kan de patiënt het bijzonder koud hebben. Sommige verschijnselen die met een aanval gepaard gaan geven aanleiding tot angstgevoelens. Men vraagt zich af het een teken is van een herseninfarct (beroerte). Op voorhand is hier geen reden voor.
Van deze vorm spreekt men wanneer wèl de begeleidende neurologische focale verschijnselen optreden (het flikkerscotoom), echter niet gevolgd door de hoofdpijn.
Gaat de aanval gepaard met gevoelsuitval aan één zijde van het lichaam, of met spraakstoornissen en verwardheid dan spreken we van migraine accompagnée. Vooral bij zo’n aanval raakt de patiënt nogal eens van z’n stuk. Eventueel kan men terwille van de gemoedsrust contact opnemen met de huisarts of neuroloog.
Zie ook: www.hoofdpijnpatienten.nl